Op 12 februari 2016 reed een volle luxe touringcar met zo’n 50 enthousiaste WVA-leden naar twee voormalige Zuiderzee stadjes.
Een WVA-evenement tussen botters, klederdracht, muurhuisjes en touwslagerij.
Scheepswerf Nieuwboer Spakenburg was de eerste stop. Deze scheepstimmerwerf ligt sinds 1829 aan de haven van Spakenburg. Deze werf, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de Zuiderzeevisserij, is een specifieke houtwerf en heeft al meer dan 150 jaar ervaring in het bouwen en repareren van houten schepen. Meer dan 80 Zuiderzeebotters gleden hier van de helling. Tijdens de jaarlijkse visserijdag worden de botters zelfs nog met Paardenkracht op de helling getrokken.
In de oude traditionele werkplaats stond koffie, heerlijke appeltaart en tompoezen voor ons klaar. Wij kregen uitleg over deze scheepswerf, waar 3 mensen met hun traditionele gereedschap en met volop handwerk en vakmanschap nog steeds botters onderhouden en repareren. Op deze mooie, maar koude ochtend konden wij ons binnen en buiten warmen aan de hout(kachels) vuren waar het overtollige hout van de werf in terecht komt. Bij veel WVA’ers ging het hart sneller kloppen bij het zien en aanraken van deze nostalgische gereedschappen en botters.
Museum Spakenburg had haar poorten voor ons geopend en wij werden er in twee groepen rondgeleid door twee dames in traditionele klederdracht. Onze WVA-dames luisterden met grote belangstelling naar het verhaal over een onderdeel van de klederdracht: de kraplappen en over hoe deze worden gemaakt. De slogan “Ontdek, Beleef en Verwonder” is zeker van toepassing op dit mooie museum.
Het museum omhelst een 7-tal gebouwen en er zijn 12 verschillende thema’s die permanent tentoongesteld worden.
In de klas van ”Noot en Mies” kun je nog zien hoe een school van vroeger er uitzag. In de “Taanderij” werd het proces van netten “Tanen” om de netten zo veel als mogelijk tegen rot en schimmel te beschermen toegelicht.
“Ervoor en Erna”: Het feit dat er in januari 1916 (exact 100 jaar geleden!) een watersnood rond de Zuiderzee is geweest was voor de meesten van ons minder bekend. Een stormvloed viel samen met zware noordwesterstorm. Het water heeft in Spakenburg ongeveer 3 meter hoog in de straten gestaan. In Noord-Holland vielen 19 doden en op zee kwamen 32 mensen om. De aanleg van de Afsluitdijk in 1932 was een direct gevolg van deze overstroming.
Een eeuw geleden bestond Spakenburg grofweg uit boeren en vissers. Vanaf 1932 woonden de dorpelingen aan het IJsselmeer. De overgang van zout naar zoet water en de inpolderingen en heeft de samenleving drastisch gewijzigd, maar in de oude kern lijkt het nog alsof de tijd heeft stil gestaan.
Het museum geeft een prachtige inkijk in het leven van weleer. Ook werd duidelijk waarom de bedsteden zo klein waren. Mensen sliepen zittend in bed, om te voorkomen dat het bloed naar de hersenen kon lopen en je daaraan zou overlijden.
Onze tweede stop van deze mooie- en steeds zonniger wordende dag was in Elburg, nog een voormalige Zuiderzee stad.
Bij “De Haas” stond een geweldig lunchbuffet voor ons klaar. Eenieder kon zich weer opwarmen en de inwendige mens verzorgen. Aan de mooie gedekte 8 persoons tafels werd er gezellig bijgepraat. Er was volop heerlijk eten en drinken voor ons allen.
Na de lunch zijn wij in twee groepen op stap gegaan:
Wij hebben geleerd wat muurhuisjes zijn. Vanwege de beperkte ruimte binnen de vestiging Elburg werden tegen de binnenkant van de stadsmuur hele kleine huisjes gebouwd. Het muurhuisje uit 1839, dat wij bezochten, werd tot ongeveer 1950 bewoond. In deze zeer eenvoudige piepkleine pijpenla huisjes woonden gezinnen met soms meer dan 10 kinderen. In het huisje op de foto werd een ladder tegen de muur gezet en kropen ’s-avonds 12 kinderen door het kleine luikje naar binnen om daar te slapen. ’s-Morgens kwamen zij weer naar beneden. Tegenwoordig zouden dit soort omstandigheden de voorkant van “De Telegraaf” halen.
De Touwslagerij van de Gebroeders Deetman was de andere traditionele werkplaats die op het programma stond. Er is er nu nog 1 broeder Deetman die het bedrijfje in stand houdt en er zijn boterham kan verdienen. Het bedrijfje ligt vlak naast de “Vischpoort”, uit 1592, de toegangspoort van Elburg, De Vischpoort diende ook als lichtbaken voor de vissers en vrachtvaarders. Eerst verlicht met een petroleumlamp, later met gas en sinds 1942 elektrisch.
Wij hebben gezien hoe buiten op zeer primitieve wijze een lang touw uit meerdere strengen geslagen wordt en welke rol de “kloten” hierbij spelen. Binnen in het kleine werkplaatsje werd van het geslagen touw een prachtige Kopleguaan voor een nieuwe Grouwstervlet gemaakt. Wat een vakmanschap! Het maken van 1 leguaan vergt een-man-week werk. Het was leuk om te zien, dat een product dat al honderden jaren op dezelfde ambachtelijke wijze wordt gemaakt, nu nog steeds op splinternieuwe jachten wordt gebruikt.
Na een relaxte thuisreis met de bus kon eenieder vanaf de Windjammer weer huiswaarts keren.
De activiteitencommissie heeft weer een prachtige dag voor ons georganiseerd. Speciale dank gaat uit naar Anneke en Eltjo. Erg leuk dat de WVA jaarlijks dit soort water gerelateerde uitstapjes voor haar leden verzorgt.
Wij hebben genoten van deze leuke en informatieve WVA-dag.
Hanny en Albert Remmelts